Uit de (boeken)kast …
Bij de boeken die de
holebibib onlangs erfde (de schenker weze nogmaals bedankt) staken heel wat
pareltjes. Eén hiervan was een werkje van André Gide, ‘Corydon’. Het is wel een vertaling naar het Nederlands door Jef
Last en uitgegeven in 1968 door de toen beroemde en beruchte NVSH (Nederlandse
Vereniging voor Seksuele Hervorming). André
Gide (1869-1951) was een Frans
auteur die in 1947 de Nobelprijs
Literatuur won. Hij schreef tijdens Wereld Oorlog I ‘Corydon’ maar dit
boekje werd pas -uit schrik- in 1924 onder zijn naam gepubliceerd. Het boekje
riep enorm veel tegenstand op en dat zal onmiddellijk duidelijk worden. Waarover
gaat het? Het is een apologie (verdediging) van de homoseksualiteit. Corydon
bestaat uit vier dialogen die gevoerd worden door een ik-figuur en de
overtuigde homoseksueel Corydon. Gide legt de ik-figuur alle contra-argumenten
in de mond en laat dan Corydon het pleidooi pro voeren.
Zo weerlegt hij het
‘tegennatuurlijkzijn’ van homoseks. Hoeveel geslachtsverkeer bij hetero’s leidt
uiteindelijk tot voortplanting? Homoseks is wel “tegen de gewoonte” of “tegen
de norm” maar zeker niet “tegen de natuur”.
In de tweede dialoog gaat het
over de biologie. Homoseksualiteit is een aangeboren neiging. Gide demonstreert
verder dat hij erg op de hoogte was van het Darwinisme en de evolutiebiologie
(in die tijd!!). Een citaat van Pascal is vermeldenswaard: ‘Ik ben erg bang dat
die natuur zelf slechts een eerste gewoonte is, zoals de gewoonte een tweede
natuur is.’
De derde dialoog voert over
de geschiedenis, de literatuur en de schone kunsten.
Hierin komen natuurlijk de
Oude Grieken (Thebe…) aan bod, maar ook de Kelten (1), de
kunstenaars uit de Renaissance. Wat Goethe doet uitroepen: ‘Was die Kultur der
Natur abgewonnen habe, werde man nicht wieder fahren lassen.’
Tot slot dialogeren de twee
over de sociologie en de moraal.
Nog een pikant detail. In
zijn inleiding spreekt jef Last over een tragedie in een Belgisch katholiek
internaat: 256 jongens werden door een pater seksueel misbruikt. Toen al stond
het in de kranten!!
(AS)
[1] Diodore van Sicilië (1ste eeuw BC) over de Kelten (1ste boek
5,32): “Hoewel ze mooie vrouwen hebben, zijn de mannen zeer weinig aan hen
gehecht, terwijl ze daarentegen een buitengewone neiging vertonen voor de
omgang met mannen. Uitgestrekt op beestenvellen liggen ze op de grond met aan
iedere kant naast zich een kameraad met wie ze zich om beurten amuseren.’
:-)
BeantwoordenVerwijderenMerci, Gilbert :-).
Ik herinner me zelfs dat ik dat boekje speciaal doorbladerd had toen ik 't uit de "erfkast" nam... :-)... blij dat 't inderdaad zo z'n waarde heeft :-)...
LeeN